Toegang tot de bestuursrechter in omgevingszaken
Het ‘zienswijzevereiste’ is een lange tijd voor belanghebbenden een blokkade geweest in hun weg naar de bestuursrechter. Dit vereiste – vastgelegd in artikel 6:13 Awb – maakte een beroep bij de bestuursrechter voor belanghebbenden onmogelijk als zij geen zienswijzen hadden ingediend. Dit bracht tevens de ‘onderdelentrechter’ met zich mee: het beroep mocht alleen betrekking hebben op de onderdelen waar de zienswijzen ook betrekking op hadden.
De rechtbank Limburg meende dat deze handelswijze in strijd was met het verdrag van Aarhus en stelde hierover prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie (Hof). In reactie op de gestelde vragen volgde het baanbrekende Varkens in Nood-arrest (HvJ EU 14 januari 2021, nr. C-826/18, ECLI:EU:C:2021:7), het Hof oordeelde dat artikel 6:13 Awb in strijd is met het verdrag van Aarhus. Artikel 6:13 Awb dient derhalve niet langer toegepast te worden in zaken die onder de reikwijdte van het Aarhus-verdrag vallen, hetgeen praktisch alle milieuzaken behelst.
Gezien de grote implicaties van het Varkens in Nood-arrest, was de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) genoodzaakt een nieuwe lijn in te stellen. Deze nieuwe lijn is door de Afdeling ingesteld in een tweetal richtinggevende uitspraken, ABRvS 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786 & ABRvS 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953.
In de uitspraak van 14 april 2021 oordeelde de Afdeling dat het beroepsrecht van belanghebbenden voor Aarhus-besluiten niet langer afhankelijk mag worden gesteld van een deelname aan de Uitgebreide Openbare Voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) en dus het al dan niet indienen van zienswijzen. Ook mag in dergelijke zaken niet langer een onderdelentrechter worden toegepast. Aangezien het niet geheel duidelijk is welke besluiten wel en niet onder het Aarhus verdrag vallen, heeft de Afdeling ook voor dit dilemma een oplossing geboden. De Afdeling acht het voor de rechtspraktijk onwerkbaar om telkens een toetsing aan het Aarhus-verdrag te moeten uitvoeren. De Afdeling heeft daarom voor een ruimhartige uitleg van het verdrag gekozen en vastgesteld dat artikel 6:13 Awb in geen enkele omgevingsrechtelijke zaak meer aan een belanghebbende zal worden tegengeworpen.
Daarnaast heeft het Varkens in Nood-arrest ook voor niet-belanghebbenden gevolgen gehad. In de tweede richtinggevende uitspraak van de Afdeling, van 4 mei 2021, heeft de Afdeling hier aandacht aan besteed. De Afdeling oordeelde dat het Varkens in Nood-arrest noodzaakt tot ruimere inspraakmogelijkheden in het nationale milieurecht. Het is daarom, aldus de Afdeling, ook niet langer wenselijk dat de toegang tot de bestuursrechter wordt ontzegd aan niet-belanghebbenden in omgevingszaken die wel zienswijzen hebben kunnen indienen. Met andere woorden: wanneer een niet-belanghebbende zienswijzen heeft kunnen indienden, kan hij ook in beroep bij de bestuursrechter. Wel dient hier een kanttekening bij geplaatst te worden. Er zijn immers wel nog andere omstandigheden denkbaar – zoals het niet voldoen aan het relativiteitsvereiste – op basis waarvan toegang tot de bestuursrechter alsnog onmogelijk zal blijken.
Naar aanleiding van het Varkens in Nood-arrest – en de beide richtinggevende uitspraken van de Afdeling – is de wetgever gestart met het aanpassen van de Awb. Op dit moment zijn de beoogde aanpassingen echter nog in voorbereiding, het resultaat hiervan zal nog moeten blijken. Voorlopig zal de ingestelde lijn van de Afdeling en het buiten toepassing laten van artikel 6:13 Awb in omgevingszaken nog onveranderd blijven.
Heeft u een omgevingsrechtelijk geschil, of vragen of u belanghebbende bent en in beroep kan gaan? Neem dan contact met ons op:
Tel: 045-5714576
De advocaten en juristen van Boumans Advocaten helpen u graag! Vul de onderstaande gegevens in, druk op verzenden en de juiste medewerker neemt zo spoedig mogelijk contact met u op.