Het “besluit”-begrip uit de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) blijft de gemoederen bezighouden. Regelmatig discussiëren partijen over de vraag of een schriftelijke mededeling van een bestuursorgaan een besluit is of niet én of tegen deze “schriftelijke mededeling” een bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat. In de uitspraak van 11 mei 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1851) boog de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State (hierna: de Afdeling) zich wederom hierover.
De burgemeester van Amersfoort reageerde bij een e-mail van 28 juli 2022 op een brief van een verzoeker van 25 juli 2022. Laatstgenoemde woont en huurt een pand in Amersfoort met vier andere personen. Sinds 2020 ondervindt verzoeker hinder van een van de andere medebewoners. Hij stelt dat de medebewoner hem regelmatig met de dood bedreigt, roddels over hem verspreidt, spullen van hem steelt en vernielt. Volgens verzoeker heeft de medebewoner psychische klachten en gebruikt hij drugs. Óók bestaat het vermoeden dat de medebewoner handelt in drugs, omdat regelmatig in de avond en nachtelijke uren personen bij hem aan de deur staan. De verhuurder doet niets en verwijst verzoeker naar de politie. Verzoeker heeft het gevoel dat de politie hem afscheept. Hij kan door geldgebrek niet zelf uit zijn woning weg en verzoekt per brief de burgemeester van Amersfoort om maatregelen te treffen, zodat het gedrag van de medebewoner stopt.
De burgemeester schrijft in de e-mail van 28 juli 2022 dat de politie belast is met het onderzoek naar aanleiding van strafrechtelijke incidenten en dat de gemeente daarin geen rol heeft. De burgemeester verwijst verzoeker naar zijn vaste contactpersoon bij de politie. Verzoeker kan met hem een afspraak maken om de incidenten te bespreken en eventueel aangifte te doen. Ook adviseert de burgemeester verzoeker om met de medebewoner en huisbaas het gesprek aan te gaan. Verzoeker kan zich daarbij laten ondersteunen door buurtbemiddeling en/of zijn advocaat.
Verzoeker maakt vervolgens bezwaar tegen deze e-mail. De burgemeester verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Hij wijst daarbij op zijn in de Gemeentewet opgenomen bevoegdheden. Daarin ziet hij geen grondslag voor het nemen van een besluit jegens de medebewoner. Hij stelt dat hij geen bevoegdheid heeft om in te grijpen. Hij concludeert daarmee dat hij geen besluit heeft genomen waartegen een bezwaarschrift kan worden ingediend.
Ook bij de rechtbank krijgt verzoeker nul op het rekest. De rechtbank oordeelt – zij het deels op andere gronden – dat de burgemeester het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Verzoeker laat het daar niet bij zitten en tekent tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep aan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De Afdeling moet in hoger beroep de vraag beantwoorden of de e-mail van de burgemeester een besluit is zoals bedoeld in artikel 1:3 Awb. Ingevolge dat artikel moet onder een besluit worden verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een rechtshandeling is volgens de wetgever gelijk aan een handeling die gericht is op enig rechtsgevolg. Een beslissing heeft rechtsgevolg, als zij er op is gericht een bevoegdheid, recht of verplichting voor een of meer anderen te doen ontstaan of teniet te doen, of een juridische status van een persoon of een zaak vast te stellen.
Ontbreekt in het geheel een bevoegdheid dan brengt dit in beginsel met zich dat geen rechtsgevolgen in het leven kunnen worden geroepen. In dat geval kan geen sprake zijn van een besluit. De burgemeester overwoog in zijn e-mail van 28 juli 2022 terecht dat hij niet bevoegd is om strafrechtelijke aangiftes in behandeling te nemen. Daarvoor ontbreekt hem de publiekrechtelijke grondslag. Ter zake heeft de burgemeester in de e-mail geen rechtsgevolgen in het leven geroepen.
Toch komt de Afdeling tot een ander oordeel dan de rechtbank. Artikel 125 van de Gemeentewet geeft de burgemeester een algemene bestuursdwangbevoegdheid die kan worden toegepast ter handhaving van de wettelijke regels die hij uitvoert. Dat kunnen de wettelijke regels zijn voor woonoverlast, als bedoeld in artikel 151d van de Gemeentewet, in samenhang gelezen met artikel 2:79 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort. Ook biedt artikel 2 van de Wet tijdelijk huisverbod de burgemeester een publiekrechtelijke grondslag en daarmee een bevoegdheid om op te treden in huiselijk geweld-situaties. De rechtbank heeft daarom ten onrechte geoordeeld dat de burgemeester niet over een bevoegdheid beschikt om handhavend op te treden.
Vervolgens stelt de Afdeling dat de e-mail waarin de burgemeester schrijft geen rol te hebben in het geschil met de medebewoner niet anders kan worden begrepen dan een afwijzing van het verzoek om maatregelen te treffen. De e-mail is daarmee een besluit als bedoeld in artikel 1:3 Awb waartegen bezwaar openstaat. Zowel de rechtbank als de burgemeester hebben dit ten onrechte niet onderkend.
Bent u het niet eens met een schriftelijke mededeling van een bestuursorgaan en twijfelt u of deze mededeling een besluit is, teken dan zekerheidshalve binnen zes weken na bekendmaking van deze mededeling bezwaar hiertegen aan. Doet u dat niet, dan is de schriftelijke mededeling, indien naderhand blijkt dat dit een besluit is, onherroepelijk. U kunt dat besluit dan niet meer in rechte laten toetsen. Bovendien kan het bestuursorgaan bij een toekomstig (vergelijkbaar) verzoek dit verzoek eenvoudig afwijzen onder verwijzing naar het eerdere (onherroepelijke) besluit.
Heeft u vragen over deze blog of twijfelt u of u bezwaar kunt aantekenen tegen een schriftelijke mededeling van uw gemeente en/of andere overheidsinstantie? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
De advocaten en juristen van Boumans Advocaten helpen u graag! Vul de onderstaande gegevens in, druk op verzenden en de juiste medewerker neemt zo spoedig mogelijk contact met u op.