Vorige maand werd op Rechtspraak.nl in een opzienbarende zaak een arrest gepubliceerd.[1] Een aannemer heeft een eenmanszaak en houdt zich vooral bezit met de afwerking van vloeren en wanden. Een particuliere klant en zijn partner hebben aan de aannemer een opdracht verstrekt voor verbouwingswerkzaamheden in hun woning, aan onder meer de keuken, het toilet en de badkamer. De aanneemsom bedroeg 14.000 euro.
De opdrachtgever was echter van mening dat de aannemer de werkzaamheden niet conform de aannemingsovereenkomst zou hebben verricht. Volgens de opdrachtgever was het werk gebrekkig. De opdrachtgever is daarom op een enig moment naar het huis van de aannemer gereden.
De opdrachtgever hing bij de rechtbank het verhaal op dat hij de aannemer thuis zou hebben opgehaald en zou hebben meegenomen naar zijn huis. Eenmaal thuis aangekomen zou de opdrachtgever hebben geëist dat de aannemer de werkzaamheden zou afronden.
In werkelijkheid is de opdrachtgever naar het huis van de aannemer gereden, heeft hij gewacht totdat deze zijn woning verliet en in zijn auto stapte. Daarop is de opdrachtgever aan de passagierskant bij de aannemer ingestapt en heeft hij deze vastgehouden, bedreigd met een mes op zijn keel, en verwond aan zijn hand met dat mes. Daarna is de aannemer tegen zijn wil meegenomen naar het huis van de opdrachtgever, om deze zodoende te dwingen de werkzaamheden te hervatten.
Een dag later heeft de aannemer aangifte gedaan van bedreiging en mishandeling. Tot een strafzaak is het wegens een gebrek aan (strafrechtelijk) bewijs nooit gekomen.
Na het voorval is de aannemer niet meer bij de opdrachtgever thuis geweest. De aannemer werd voorts door de opdrachtgever in gebreke gesteld en gesommeerd de werkzaamheden aan de woning te hervatten en de reeds geconstateerde gebreken te herstellen. De aannemer heeft hier geen gehoor aan gegeven.
De opdrachtgever schakelde ook een deskundige in, die onderzoek naar de werkzaamheden van de aannemer verrichte. Deze begrootte in zijn deskundigenrapport het herstel van de gebreken op een bedrag van ongeveer 23.000 euro.
Rechtbank
De opdrachtgever startte een procedure bij de rechtbank. In eerste aanleg eiste de opdrachtgever veroordeling van de aannemer tot betaling van het bedrag voor herstel.
De aannemer verweert zich en dient zelfs een tegeneis in van bijna 34.000 euro. Hij geeft aan dat voor het werk aan de woning van de opdrachtgever een prijs van 14.000 euro was overeengekomen, waarvan reeds 7.000 euro door de opdrachtgever is betaald. Voor het overige vordert de aannemer een schadevergoeding wegens omzetderving, nu hij bij de betreffende werkzaamheden is bedreigd en hij hieraan psychische klachten heeft overgehouden, waardoor hij geruime tijd niet heeft kunnen werken.
Volgens de rechtbank was uiteindelijk middels het door de aannemer geleverde bewijs voldoende aannemelijk, dat de opdrachtgever de aannemer heeft bedreigd en mishandeld. Van de aannemer kon en mocht derhalve niet worden verwacht dat hij de werkzaamheden zou afmaken. De rechtbank wijst de vorderingen van de opdrachtgever dan ook af.
Hoger beroep
De opdrachtgever was het niet eens met dit oordeel en wenste in hoger beroep vernietiging van het vonnis van de rechtbank. De rechtbank zou ten onrechte hebben aangenomen dat de opdrachtgever de aannemer zou hebben mishandeld en bedreigd, en het bewijs dat de aannemer hiertoe zou hebben geleverd, onjuist hebben gewaardeerd.
Het gerechtshof gaat hier niet in mee en geeft aan, dat bij de maatstaf voor bewijswaardering in het civiele recht anders dan in het strafrecht, het niet vereist is dat feiten en omstandigheden onomstotelijk vast komen te staan, voldoende is dat de gestelde feiten en omstandigheden aannemelijk zijn gemaakt. Het gerechtshof oordeelt dat dit het geval is, gezien de getuigenverklaringen van partijen zelf en die van een bekende van de aannemer. Dat de strafzaak werd geseponeerd, mocht de opdrachtgever niet baten, ook het strafdossier werd door het gerechtshof als bewijs meegenomen. Hierin waren foto’s te zien met het letsel dat de aannemer had opgelopen.
Ons advies
Heeft u zelf problemen met een aannemer of opdrachtgever en komt deze zijn of haar afspraken niet na? Neem contact met ons op en neem het recht niet in eigen hand. Afgezien van het feit dat een strafrechtelijke vervolging op de loer kan liggen, kan het ook uw positie ten opzichte van uw wederpartij in een civiele zaak ernstig beschadigen. Immers, indien de opdrachtgever de aannemer niet zou hebben bedreigd en mishandeld, was de kans groot geweest dat de vorderingen van de opdrachtgever door de rechter zouden zijn toegewezen.
Indien u meer informatie wenst, of zelf een geschil hebt met uw wederpartij, schroom dan niet contact op te nemen met Team Civiel van Boumans Advocaten.
[1] ECLI:NL:GHSHE:2021:3311
De advocaten en juristen van Boumans Advocaten helpen u graag! Vul de onderstaande gegevens in, druk op verzenden en de juiste medewerker neemt zo spoedig mogelijk contact met u op.